-
1 beteiligen
beteiligen1 betrekken, doen delen, deelgenoot maken ⇒ doen deelnemen♦voorbeelden:1 beteiligt sein • delen, deel hebben, betrokken zijnjemanden am Ertrag beteiligen • iemand een aandeel in de opbrengst geven -
2 jemanden am Ertrag beteiligen
jemanden am Ertrag beteiligenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden am Ertrag beteiligen
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский